Samsung maakte van 9 januari 2013 t/m 7 december 2018 verboden afspraken over prijzen voor televisies. Dat deden ze met elektronicawinkels zoals MediaMarkt, CoolBlue en New Retail Company (eerder bekend als PlatteTV).
LG heeft van 1 januari 2015 t/m 7 december 2018 dezelfde verboden afspraken met elektronicawinkels gemaakt. Daarvan waren consumenten de dupe.
Samsung en LG spraken met de elektronicawinkels af dat een televisie niet onder een bepaalde prijs verkocht mocht worden. De bedrijven hielden actief in de gaten of de elektronicawinkels zich wel aan die afspraken hielden.
Wanneer een elektronicawinkel een televisiemodel toch tegen een lagere prijs wilde aanbieden, werd die winkel door Samsung en/of LG aangesproken. Samsung en LG drongen dan aan om de prijs te verhogen. De winkels voldeden aan die verzoeken. Consumenten hebben daardoor te veel betaald voor hun televisies.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft Samsung daarom een boete gegeven van 39 miljoen euro. De ACM heeft ook LG een boete opgelegd van bijna 8 miljoen euro. De ACM stelde vast dat Samsung en LG in strijd hebben gehandeld met de wet en zich schuldig hebben gemaakt aan kartelvorming.
De ACM vindt dat Samsung en LG de gezonde marktwerking (concurrentie) hebben verstoord. Volgens de wet moeten elektronicawinkels en webwinkels hun eigen verkoopprijzen kunnen bepalen.
Niet alleen Samsung- en LG-televisies, maar ook televisies van andere merken (zoals Philips en Sony) zijn duurder geworden. Samsung is marktleider en trendsetter op de televisiemarkt. LG heeft de nummer 2 positie op de markt. Doordat de prijzen van Samsung en LG kunstmatig hoog waren, hebben ook andere merken hun prijzen niet verlaagd.
Consumenten die van 9 januari 2013 t/m 7 december 2018 een televisie kochten in Nederland, hebben te veel betaald voor hun televisie.